Zet met je pastelkrijtjes verschillende vlakken in
strepen op je aquarelpapier en wrijf ze nadien open met je vinger.
Spuit water op je werk en laat de kleuren door mekaar
lopen.
Drogen. (aan de lucht of met je heating gun.)
Scheur verschillende stukjes papier uit een oud boek
en kleef deze op je werk.
Drogen.
Breng gesso aan op de tekst zodanig dat dit wazig
wordt en wrijf ook hier en daar wat gesso
over je kaart.
Drogen.
Neem een felle kleur van de krijtjes en maak deze goed
nat, wrijf hierover met de borstel
op de rand van je kaart, spuit hierop wat water en
laat dit aflopen over je kaart.
Drogen.
Schraap met een mesje krijt op de plexiblok en spuit
hierop water, meng goed en druk hierin een potje en stempel met deze cirkels op
je werk.
Kleur eventueel hier een daar een cirkel met gesso.
Werk verder je kaart af met achtergrondstempels, hier
werken we verder vlinders en kleef deze
verhoogd op je werk. En zet een matje onder je werk.